Huizen zijn in het laatste kwartaal van vorig jaar opnieuw fors duurder geworden. Volgens de NVM werd toen voor een woning ruim een vijfde meer betaald dan een jaar eerder. De gekte op de huizenmarkt gaat gepaard met het kleinste aanbod in zeker 26 jaar. Dat vergroot ook de tegenstellingen tussen huizenbezitters en -zoekers.
Gemiddeld wisselde een bestaande koopwoning in het vierde kwartaal van 2021 voor 438.000 euro van eigenaar, meldt de Nederlandse Vereniging van Makelaars in haar kwartaalverslag. In de regio Arnhem/Nijmegen, waar Wijchen onder valt, bedroeg de gemiddelde verkoopprijs 404.980 euro; 22,6 procent meer dan een jaar eerder. Landelijk was de stijging 20,7 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Er werden in deze regio 1575 woningen verkocht; 27,1 procent minder dan een jaar eerder.
Aanbod slinkt verder
De NVM wijst als oorzaak naar het steeds kleinere aanbod aan woningen. De makelaarsclub meldt dat er het voorbije kwartaal nog maar 15.600 te koop stonden, een derde minder dan een jaar eerder. Dat is het laagste aantal sinds de NVM in 1995 begon met het bijhouden van cijfers over het woningaanbod. Makelaars verkochten in het slotkwartaal 23 procent minder huizen dan een jaar eerder.
Wijzen en verwijten
Volgens Lana Gerssen, makelaar en voorzitter van de vakgroep wonen van de NVM, dreigen de tegenstellingen tussen Nederlanders met en zonder eigen woning steeds groter te worden. “Het wijzen en verwijten steekt al de kop op. Senioren worden erop aangesproken dat ze niet willen verhuizen. Dat is te gemakkelijk. Er is domweg geen passend aanbod voor deze doelgroep.”
Nieuwe minister
NVM-voorzitter Onno Hoes is blij dat met het nieuwe kabinet er weer een minister van Wonen en Volkshuisvesting komt. Hij pleit er tegelijkertijd voor dat Hugo de Jonge regelmatig overlegt met partijen uit de praktijk en het maatschappelijk middenveld om het woningtekort op te lossen.
Overbieden
Er was uit het NVM-rapport ook een lichtpuntje te halen. Zo steeg het gemiddelde bedrag waarvoor een huis boven de vraagprijs werd verkocht niet langer. Het verschil tussen de vraag- en verkoopprijzen liep de afgelopen jaren juist telkens op. Ook het aandeel huizen dat boven de vraagprijs wordt verkocht bleef stabiel op 80 procent.
