Droogschuur voor kloostermoppen bij kasteel Hernen

03 nov 2015, 16:48 Nieuws
marieke kruijt en kloostermop
Geldersch Landschap & Kasteelen

Voor een kasteel zijn gigantische hoeveelheden bakstenen nodig, vooral als je bedenkt dat de muren minstens twee meter dik zijn. Hoe kon je in de Middeleeuwen zonder fabrieken aan zoveel bakstenen komen? Hoe werden die bakstenen vroeger eigenlijk gemaakt? Op Kasteel Hernen zoekt men naar de antwoorden op die vragen door het zelf te proberen.

De stenen werden dichtbij de bouwplaats gemaakt. In 2002 werden in een veld dichtbij kasteel Hernen toevallig restanten van oude bakovens gevonden, zes in totaal. Zo kwam Geldersch Landschap & Kasteelen (GLK) op het idee het proces van het maken van bakstenen uitgebreid te onderzoeken. En zo komt het dat er binnenkort (najaar 2015) een droogschuur voor kloostermoppen wordt gebouwd bij het kasteel.

“We hebben een plaats nodig om de stenen te laten drogen”, vertelt Marieke Knuijt. Zij is de GLK-projectleider voor de ontwikkeling van kasteel Hernen. “Het gaat ons nu vooral om het oude proces van het stenen bakken. We werken met Maasklei. Die delven we nog niet zelf, maar we halen het per kuub uit een steenfabriek. Die klei moet je mengen, kneden en stampen. Ja, als er mensen zijn die dat willen, kunnen ze met hun blote voeten in de klei komen stampen! Daarna gaat de klei in houten mallen om er bakstenen van te vormen.”

Na het vormen van de stenen van natte klei volgt het droogproces. De stenen worden op lange planken gelegd en gaan naar de droogschuur die nu nog moet worden gebouwd. “Dat is een heel eenvoudige schuur, eigenlijk een stelling met een dak erboven”, aldus Marieke. “Helemaal van hout, ook de dakbedekking wordt gemaakt met houten dakpannen. Gemiddeld is de droogtijd drie tot zes weken, dat hangt af van het weer. Als de zon te fel schijnt kunnen de stenen aan één kant te hard drogen en daardoor barsten. Dat willen we voorkomen door er rieten matten voor te zetten. Historisch gezien is het zo dat er in de winter geen productie was. Je moet je erg bewust zijn van de weersinvloeden in dit proces. Al doende zullen we nog veel te weten komen. Gelukkig zijn er drie speciale vrijwilligers die zich helemaal in de wereld van de baksteen hebben gestort. Zij zorgen voor de publieksdemonstraties en zijn op dit moment de enigen op Hernen die kloostermoppen maken.

Er kan veel misgaan, juist ook door het grote formaat van de kloostermoppen. Uiteindelijk is ongeveer 50% van de stenen geschikt om mee te bouwen, de rest bestaat uit misbaksels. Die gooien we niet weg, hoor. Net als vroeger worden de misbaksels gebruikt om de muren mee op te vullen. Als de plannen om de donjon te herbouwen gerealiseerd worden, zullen de muren twee meter dik worden. De mooie stenen komen dan aan de buitenkant waar je ze ziet, en de misbaksels worden voor de vulling gebruikt.”

Voor het zover is zullen er heel wat kloostermoppen gebakken moeten worden. Een eigen bakoven zou daarbij heel nuttig zijn. Dus dat zou Marieke Knuijt graag het eerste willen realiseren met de zelfgemaakte kloostermoppen. Ook dat wordt weer een experiment, want hoe het vroeger precies ging kan niemand meer vertellen. ‘Trial & error’, dat lijkt de strategie bij het bakstenen bakken, en een grote portie enthousiasme!

Met de eerstvolgende stap, het bouwen van de traditionele droogschuur voor de kloostermoppen kan niets meer misgaan. Die staat er nog dit jaar. Voor de eventuele bouw van de donjon is meer geduld nodig. En nog vele jaren van stenenproductie.

kloostermop kasteel hernen