‘Er zou eigenlijk een soort cursus moeten zijn’

16 feb , 10:00 Nieuws
albert1
Na 60 jaar samen verloor Albert zijn levensmaatje Mies. Ze kreeg longkanker. “Mies overleed augustus 2020. De laatste maanden waren mensonterend, maar het heeft altijd als een gunst gevoeld dat ik voor haar mocht zorgen.” Terugkijkend vertelt Albert dat er eigenlijk een soort cursus zou moeten zijn voor als je in zo’n situatie terechtkomt. “Zodat je weet hoe je jezelf er het beste op kunt voorbereiden voordat het erop aan komt.”
Tekst: Dymph Essenstam
Als we bij Albert aanschuiven kijkt zijn vrouw Mies ons aan vanuit een lijstje aan de muur boven een kleine tafel. Eronder zijn liefdevol kaarsjes aangestoken. “We ontdekten dat er iets mis was met Mies toen ze na het tennissen steeds vermoeider werd en ineens 4 kilo afviel”, begint Albert. “In het ziekenhuis is toen een PET-scan gemaakt waardoor kwaadaardige tumoren zichtbaar worden. De uitslag zag eruit als een sterrenhemel. Op dat moment wisten we, dit is foute boel. Mies had maximaal nog anderhalf jaar te leven.” In Alberts ogen is te zien dat het hem nog steeds veel doet.

Achtbaan

Vanaf de dag van de diagnose kwamen Mies, Albert en hun kinderen in een achtbaan terecht. “De chemo maakte een wrak van Mies, terwijl ze altijd zo vrolijk en actief was geweest. Ze hield niets meer binnen, had geen zin om te eten en kon niet slapen. En tegen de tijd dat ze weer een beetje opknapte, startte de volgende chemobehandeling. Je kunt niets doen om dat te stoppen. Dat greep mij en mijn kinderen enorm aan. Ik heb toen ook tegen mezelf gezegd: als ik ooit kanker krijg, wil ik geen chemo. Dan duurt het leven maar korter. Ik kan dan wel langer genieten.”

Het gemis is zo intens, dat kun je je niet voorstellen. Dat gat kan niemand vullen

Albert wist dat er een enorme leegte zou ontstaan als Mies wegviel. “Daar hikte ik enorm tegenaan. Je probeert je er wel op in te stellen, maar het gemis is zo intens, dat kun je je niet voorstellen. Dat gat kan niemand vullen. Zelfs mijn kinderen niet. Dat hoor ik ook van mensen om me heen die hetzelfde overkwam.” Albert doelt daarmee vooral op de mensen die hij kent van de rouw- en verliespraatgroep van MeerVoormekaar.
“Ik moet ook niet denken aan een nieuwe vriendin”, lacht hij. Gelukkig heeft Albert wel genoeg mensen om zich heen om iets leuks mee te doen. “Zo ben ik al met iemand naar Schotland geweest. Mies wilde daar nooit heen, omdat het er altijd rotweer is. Zij hield van de zon.” Bij de herinnering aan de reis zegt Albert: “Het is een schitterend land en tegelijkertijd vond ik het er verschrikkelijk. Ik ontdekte toen dat het niet uitmaakt wáár je naartoe gaat, maar met wie.”

Mantelzorgcursus

De ervaring die Albert opdeed sinds zijn vrouw ziek werd, wil hij graag delen met andere mensen die in een zelfde situatie terechtkomen. Vandaar dat hij allerlei vrijwilligerswerk doet. Zo was hij gastheer bij Mantelzorgcafé Alverna. “Wat ik zie en hoor is dat mensen die voor een naaste zorgen veel te weinig de kans krijgen om te vertellen wat dat inhoudt. Wat moet je weten? Wat moet je kunnen? Hoe bescherm je jezelf en degene voor wie je zorgt? Er zou eigenlijk een soort cursus moeten zijn die je dat allemaal leert op het moment dat je mantelzorger wordt. En ja, iedere situatie is anders, maar drie dingen zijn altijd belangrijk: deel je gevoelens, zorg voor een goede planning en regel een back-up! Als dat geregeld is, is de kans namelijk groot dat je jezelf er wel doorheen slaat.”

Dansen naar de wc

Wat die back-up betreft zat het bij Albert wel snor. Als we hem vragen of zijn kinderen ook bijsprongen lacht hij: “Het was bijna andersom. Ze waren er altijd voor Mies en mij. De laatste weken zelfs ’s nachts. Ik zal nooit vergeten hoe mijn zoon met Mies in de armen naar de wc danste toen ze dat in haar eentje niet meer kon. En hoe we haar vroegen: wat wil je onder je gorgonzola? Dat was namelijk een van de weinige dingen die Mies nog wel lekker vond.” Na een slokje koffie gaat hij verder: “We regelden alles echt samen, zodat de kinderen er niet onder leden en Mies er een goed gevoel bij had. Dan was het voor mij ook goed.”

We waren veel samen en praatten veel. We waren eerlijk tegen elkaar

De eenheid die ze als gezin vormden, was in Alberts ogen het allerbelangrijkst en mooi. “We waren veel samen en praatten veel. We waren eerlijk tegen elkaar. En ja, dan vallen er ook weleens woorden. Maar dat is niet erg. Mijn kinderen konden me soms behoorlijk kort houden. Zo vonden ze het bijvoorbeeld te risicovol toen ik kerststukjes wilde gaan rondbrengen voor de ouderenbond midden in coronatijd. Albert begrijpt het achteraf wel. “Ze handelden uit liefde.”

Afscheidstent

Het laatste jaar dat Mies nog had, kwam ook ter sprake of ze nog wensen had die ze wilde vervullen. Albert: “Ik weet nog goed wat ze toen zei: ‘kan het dan nog mooier worden dan het is geweest.’” Hij vertelt dat zijn vrouw veel niet meer kon. “Zelfs de zomervakantie die we al hadden geboekt, moesten we afzeggen. We zijn nog wel een dagje samen naar de Biesbosch geweest met de kinderen en kleinkinderen. Daar simpelweg samen zijn, dat was fijn.”
Alberts kinderen zorgden er uiteindelijk voor dat Mies thuis afscheid kon nemen van iedereen die belangrijk voor haar was. “Haar oude tennismaatjes, de keramiekvereniging, mensen van yoga, familie, noem maar op. We hadden er speciaal een grote tent voor in de tuin neergezet. Vanwege corona moest er immers afstand worden gehouden. Ze heeft daar zo van genoten. Het was bijna of ze speciaal op die dag had gewacht. Vlak daarna stierf ze.”

Boodschap aan zijn kinderen

Inmiddels gaat ook Alberts gezondheid achteruit. “Maar ik red me nog prima”, benadrukt hij. “Dankzij de hulp van mijn ‘poets’ en natuurlijk mijn kinderen. Een mand vol was krijg ik alleen niet meer naar boven. Daarvoor gebruik ik nu de traplift die we voor Mies ooit aanvroegen”, zegt hij met een knipoog. Over de dag waarop hij wel meer hulp nodig heeft, maakt hij zich geen zorgen. “Ik weet dat mijn kinderen in staat zijn om hun baan half op te zeggen om mij te helpen. Ik wil hen vooral meegeven dat ze vooraf goede afspraken moeten maken met elkaar over wie straks wat doet. En ik hoop dat ze gebruikmaken van alle professionele hulp die er is.”

Het belang van inlevingsvermogen

Trots vertelt Albert hoe gelukkig hij zich prijst met zijn kinderen en kleinkinderen. “Een goede mantelzorger is iemand die zich kan inleven in een ander en dát kunnen ze allemaal. Weet je waar het eigenlijk om gaat? Je moet er niet zijn voor iemand omdat het zo hoort, maar omdat het zo voelt. Mantelzorgen is dan niet zwaar en vervelend, maar mooi om te kunnen doen. Belangrijk is wel dat je de boel goed regelt en zorgt voor een back-up”, benadrukt hij nogmaals.
“Eigenlijk vond ik de tijd na het overlijden van Mies het zwaarst. Als ik al extra hulp had gewild, was het een luisterend oor geweest. Want af en toe een praatje maken met iemand van buiten, dat is zo fijn.”
Bij het afscheid nemen kijkt Albert naar de foto van zijn Mies op het tafeltje. “Het was zo mooi geweest als zij ook bij dit gesprek had kunnen zijn. Jullie missen echt iets”, zegt hij. Kijkend naar de montere blik van zijn vrouw in het lijstje krijg je de indruk dat ze er geen woord van heeft gemist. Wat zal ze trots zijn op haar gezin.
Het eerste verhaal over mantelzorgers verscheen afgelopen donderdag op deze site. Het is hier te lezen.
Helpt u ook regelmatig iemand? Mantelzorgers zijn er van alle leeftijden. Dat blijkt wel uit het verhaal

van Albert. Wie ook een gezins- of familielid helpt en het fijn vindt om met iemand te praten, kan naar

het Sociaal Wijkteam in ’t Mozaïek komen.

Bellen met het Sociaal Wijkteam kan ook via nummer: 088 - 432 74 32.