Een aantal inwoners van Balgoij kan voorlopig even opgelucht ademhalen. De Raad van State heeft besloten om het besluit van de gemeenteraad met betrekking tot het bestemmingsplan Balgoij-West te schorsen. Dat betekent dat voorlopig niet begonnen kan worden met voorbereidende werkzaamheden.
Ook kan nog geen omgevingsvergunning op basis van het bestemmingsplan – dat op 20 juni 2024 door de raad werd vastgesteld – worden verleend en het bouwplan worden uitgevoerd.
Het bestemmingsplan maakt de bouw van 37 woningen mogelijk op gronden die voorheen een agrarische bestemming hadden, nabij de Maasakkers in Balgoij. Hiervan zijn er 12 bestemd voor jongeren uit Balgoij die zich hebben verenigd in een CPO (Collectief Particulier Opdrachtgeverschap). Naast de woningen voor jongeren komen er minimaal 8 woningen in de categorie ‘betaalbaar’ en maximaal 17 woningen in de vrije sector.
Een aantal inwoners van Balgoij die op korte afstand ten noorden en ten oosten van het plangebied wonen, vindt dat de gemeente onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding bij hun woningen en tuinen. Zij vrezen dat de nieuwbouw problemen zal veroorzaken bij onder meer de opslag van hemelwater en de verwerking van afvalwater in de riolering.
Daarbij wordt onder meer verwezen naar op de in hun opdracht opgestelde ‘Contra-expertise toekomstige waterhuishoudkundige situatie nieuwbouwplan Balgoij-West’ van milieu-adviesbureau Landslide van 2 oktober 2024.
De inwoners hebben daarom beroep aangetekend. Bij de voorzieningsrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak werd een verzoek gedaan tot een voorlopige voorziening. Dat wil zeggen een tijdelijke maatregel in afwachting van de uitspraak van het beroep.
Volgens Landslide bevatten rapporten die in opdracht van de gemeente zijn opgesteld door Stantec B.V., diverse tekortkomingen. Zo zijn er volgens de contra-expertise ten onrechte geen grondwaterpeilingen uitgevoerd en is niet onderzocht welke risico’s de voorgenomen ophoging van het maaiveld heeft voor de lager gelegen omliggende gronden.
De gemeente bestrijdt dat de gevolgen voor de waterhuishouding niet goed zijn onderzocht.
De voorzieningenrechter doet geen uitspraak of het een en ander goed is onderzocht en kijkt alleen naar de belangenafweging. Het belang van de inwoners is dat wordt voorkomen dat een onomkeerbare situatie ontstaat doordat uitvoering wordt gegeven aan het plan terwijl dat mogelijk tot wateroverlast bij hen kan leiden.
Qubus Vastgoed heeft onlangs een omgevingsvergunning aangevraagd voor het realiseren van 16 woningen. Zij wil zo snel mogelijk na verlening van de vergunning beginnen met de uitvoering van voorbereidende werkzaamheden in de vorm van onder meer bouwrijp maken en de realisering van het bouwplan.
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter weegt het belang van de inwoners zwaarder dan de belangen van de gemeenteraad en Qubus. Daarom acht hij het onwenselijk dat al met de uitvoering van voorbereidende werkzaamheden wordt begonnen, een omgevingsvergunning wordt verleend en het bouwplan wordt uitgevoerd, voordat deugdelijk is onderzocht wat de gevolgen zijn voor de waterhuishouding.
Daarom wordt het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan geschorst.