De gemeente gaat geen rookverbod voor de openbare ruimte afkondigen. Het inrichten van rookvrije zones in de gemeente heeft de voorkeur van het college van burgemeester en wethouders boven een rookverbod.
Dat antwoordt het college op vragen van D66 naar aanleiding van de Wereld Niet-Rokendag van 31 mei.
Rookvrije Generatie
De beweging ‘Op weg naar een Rookvrije Generatie’ is een initiatief van de Hartstichting, KWF Kankerbestrijding en Longfonds vanuit de samenwerking Gezondheidsfonden voor Rookvrij. De fractie van D66 wilde weten wat de doelstellingen en de ambitie zijn van de gemeente Wijchen zijn met betrekking tot een rookvrije generatie.
Preventieakkoord
Uitgangspunt van het Lokaal Preventieakkoord is volgens het college dat het mensen wil stimuleren gezonde keuzes te maken, zodat zij vanuit hun eigen motivatie werken aan gezondheid. Er zijn volgens B en W 2 mogelijkheden om een terrein rookvrij te maken: met een rookverbod via de algemene plaatselijke verordening (APV) of met rookvrije zones. Hierbij worden borden geplaatst waarop is aangegeven dat een buitenruimte rookvrij is. Daarom heeft het inrichten van rookvrije zones de voorkeur bij het college boven een rookverbod. Dit geeft aanleiding om een roker aan te spreken op zijn gedrag en hem te vragen om ergens anders te roken.
Doelstellingen
In het Lokaal Preventieakkoord ‘Gezond en Gelukkig’ staan de volgende doelstellingen:
- Rookvrije generatie heeft onze prioriteit: wij richten ons vooral op kinderen, jongeren en (aanstaande) ouders.
- Meer (aanstaande) ouders stoppen blijvend met roken. Ook na de bevalling.
- Sportverenigingen, speeltuinen, kinderboerderijen en andere locaties zijn rookvrij.
Lokale acties
Voor de uitvoering van het Lokaal Preventieakkoord heeft het rijk middelen beschikbaar gesteld voor 3 jaar. Iedere gemeente met een goedgekeurd Lokaal Preventieakkoord kan deze middelen aanvragen. Dat betekent dat Wijchen 30.000 euro per jaar ontvangt om de lokale acties uit te voeren. In het najaar wil de gemeente meer bekendheid geven aan het akkoord en daarover spreken met de samenleving, onderwijs en met de sportverenigingen. Daarna zullen vervolgacties worden bepaald.
