Wijchen werkt naar ‘De Jonge-norm’ sociale woningen

Twee derde van de gemeenten voldoet niet aan de eis van het kabinet om 30 procent van de woningen beschikbaar te hebben voor sociale huur, blijkt uit onderzoek van Trouw . In Wijchen is volgens het dagblad 26,6 procent van de woningen beschikbaar.

De cijfers geven de stand van zaken van 31 december 2019 weer, zo schrijft Trouw . De cijfers voor Wijchen zijn sinds die tijd veranderd en zullen de komende jaren nog veranderen met de nieuwbouwprojecten Huurlingsdedam en Wijchen-West. Zo bestaat in fase 4 in Huurlingsedam 60 procent van de woningen uit een mix van sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en koopwoningen onder de gemiddelde woningprijs.

Minister Hugo de Jonge (volkshuisvesting) legde een paar weken geleden een plan aan de Tweede Kamer voor dat inhield dat in elke gemeente minstens 30 procent van alle woningen in de categorie ‘sociale huur’ moet vallen. Volgens de berekeningen van Trouw

valt in heel Nederland 34 procent van alle woningen in de categorie ‘sociale huur’. Maar de verschillen tussen gemeenten zijn groot. In Groningen is 57 procent sociale huurwoningen, in Rozendaal slechts 5 procent. De Jonge rekent bij zijn plan alle woningen mee met een huur onder de 760 euro, de bovengrens in de sociale huursector.

Uit het onderzoek van Trouw blijkt dat bijna twee derde van de gemeenten het percentage van 30 niet haalt (eind 2019). Bij lange na niet: 40 procent van de gemeenten heeft minder dan een kwart sociale huur, bijna 1 op de 7 blijft zelfs onder de 20 procent steken.

Het getal van 30 procent is vooral ingegeven door zorgen om zogeheten aandachtsgroepen op de woningmarkt zoals statushouders, arbeidsmigranten, dak- en thuislozen, ouderen die zorg nodig hebben en studenten. Voor deze specifieke groepen is het vaak extra lastig om een huis te vinden. Minister De Jonge wil de 30 procentnorm opnemen in prestatieafspraken met gemeenten, provincies en corporaties.