Maatregelen tegen verdroging effectief in Overasseltse en Hatertse vennen

Foto: Jacqueline van den Boom

In 2013 en 2014 stond het Overasseltse en Hatertse vennengebied flink op zijn kop voor natuurherstel. Er werden maatregelen uitgevoerd tegen de verdroging van de vennen. Deze maatregelen laten een positief effect zien op het waterpeil in de vennen.

Het gemiddelde venpeil van de centraal gelegen vennen is met vijf à tien cm gestegen. Tegelijk is de heideontwikkeling in het gebied op veel plekken succesvol. De natuur is aan het herstellen. Dit blijkt uit de gepresenteerde onderzoeksresultaten, nu vijf jaar na de maatregelen. Het gebied gaat gezonder de toekomst in met voortzetting van het huidig beheer waarin de schaapbegrazing noodzakelijk is.

Bijzonder aan dit gebied zijn de ruim dertig vennen die grotendeels regenwatervennen zijn.  Door verdroging van het Overasseltse en Hatertse vennengebied dreigden de vennen en de vochtige heide te verdwijnen. De biodiversiteit in het vennengebied stond onder druk. Er zijn daarom maatregelen getroffen om de afvoer en verdamping van water terug te dringen, zodat dit water ten goede komt aan de vennen. Sloten zijn gedempt en 35 hectare naaldbos rond de vennen is gekapt. De vennen en heideterreinen zijn met elkaar verbonden voor de verspreiding van dieren als levendbarende hagedis en venwitsnuitlibel. Dit leidt ook tot meer beleving van rivierduinen en historische grafheuvels.

Bij het besluit tot uitvoering van de maatregelen werd ook besloten tot onderzoek om de resultaten goed te volgen. Een vijf jaar durende wetenschappelijke monitoring naar het grondwater, venpeil en heideontwikkeling volgde; uitgevoerd door Waterschap Rivierenland en Staatsbosbeheer. De resultaten zijn nu gepresenteerd.

De fluctuatie van de venpeilen nam bijna overal af, dat is gunstig voor de natuur. In de centraal gelegen vennen is het waterpeil dus gestegen. Metingen door Waterschap Rivierenland, tonen ook een verhoging van het grondwater in het midden van het natuurgebied en een verlaging van het grondwater in de rand.  Dat is in bijvoorbeeld twee vennen aan de rand van het natuurgebied ook in het peil af te lezen, daar zakte het iets. Het gaat om het Oude Rakenbergven en Roelofsven-zuid.

Doordat vooraf ingespeeld is op de mogelijke gevolgen voor de omwonenden, hebben de peilveranderingen in het vennengebied uiteindelijk geen nadelige gevolgen voor hen gehad. Uit de onderzoeksresultaten blijkt daarnaast dat de waterkwaliteit gelijk is gebleven. Dat betekent dat enkele vennen nog steeds te zuur zijn. Dat heeft een negatieve invloed op de biodiversiteit. Heikikker, gevlekte orchis en klein blaasjeskruid staan onder druk.

Op veel plekken in het gebied is de heideontwikkeling succesvol en nog in volle gang. Na vijf jaar is bosopslag en braam beperkt aanwezig en op alle voormalige kapvlakten zijn struikheide, dopheide en heideflora onderweg om de grond te bedekken. Dankzij de heideontwikkeling zijn alle geplande verbindingszone tussen vennen en heide-enclaves gerealiseerd.

Het gebied wordt in de toekomst in haar huidige vorm beheerd. Waarbij projecten als het uitbaggeren van vennen en de voortzetting van begrazing met een schaapskudde noodzakelijk zijn voor het handhaven en verbeteren van de kwaliteit. De ontwikkeling van de vennen en het natuurgebied wordt de komende vijf nauwgezet gevolgd.

In het project werkte provincie Gelderland als opdrachtgever samen met Staatsbosbeheer, Waterschap Rivierenland aan het vennenherstel in nauw overleg gemeenten Heumen en Wijchen. Het project dat in 2013 en 2014 werd uitgevoerd, is geslaagd. Er was veel waardevolle input vanuit de omgeving onder andere van het Vennenplatform. Ook in de toekomst blijft de afstemming met deze klankbordgroep vanuit de omgeving essentieel.

Foto’s door Jacqueline van den Boom.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen